6. Aansluitingen
Audio interfaces komen met een heel scala aan verbindingsmogelijkheden. Hier vindt u de belangrijkste op een rij:
Digitale aansluitingen
- S/PDIF
De “Sony/Philips Digital InterFace”, ontwikkeld door deze twee bedrijven tijdens de ontwikkeling van de CD. Deze connectors vindt men ook op HiFi apparatuur en is wijdverbreid. Het digitale signaal kan optisch, of elektrisch worden overgedragen met respectievelijk een glasvezel- of tulpkabel. Dit protocol ondersteunt twee kanalen met een maximum resolutie van 24bit/192KHz. Gecodeerde 5.1 surround audio wordt ook ondersteund.
-
AES/EBU
Een standaard ontwikkeld door de “Audio Engineering Society” en de “European Broadcasting Union”, vandaar de naam. Dit is het professionele alternatief op S/PDIF en kan vanwege strengere kwaliteitseisen een aanzienlijk langere afstand overbruggen. Voor dit protocol worden XLR kabels gebruikt. Elke kabel ondersteunt 2 kanalen op 24bit/192Khz.
- ADAT
Alesis Digital Audio Tape, oorspronkelijk de naam van 8-kanaals digitale recorders die deze aansluiting gebruikte. Tegenwoordig is ADAT enkel een digitaal audioprotocol. Met één ADAT kabel kunnen 8 kanalen op 24bit/48KHz worden overgedragen. In S/MUX modus (Sample Multiplexing) worden de 8 kanalen over meer kabels verdeeld in een hogere kwaliteit: 4 kanalen per kabel op 96KHz, of twee kanalen op 192KHz.
- Word Clock
Dit protocol verstuurt geen audio, maar stuurt een klokpuls naar digitale apparaten. In grotere, complexere opstellingen zorgt wordclock ervoor dat alle apparatuur synchroon loopt.
- MIDI
Ook dit is geen audio verbinding. De “Musical Instrument Digital Interface” wordt gebruikt om control data tussen keyboards en andere muziekapparatuur uit te wisselen. Zie de raadgever over MIDI interfaces voor meer informatie.
Analoge aansluitingen
- Lijningangen/-uitgangen
Geschikt voor de aansluiting van keyboards, synthesizers, CD-spelers, mixers enzovoorts. Lijnniveaus kunnen verschillende waardes hebben (-10 dB of +4dB) en een lijnsignaal kan zowel gebalanceerd als ongebalanceerd worden overgedragen. Als aansluiting treft men hier vaak een tulp (ongebalanceerd), jack (gebalanceerd of ongebalanceerd), of XLR (gebalanceerd) aan.
- Microfooningangen
Het signaal van een microfoon is een stuk zwakker dan lijnniveau. Een microfooningang heeft een ingebouwde voorversterker (preamp) om het signaal naar lijnniveau te brengen. Let op de aanwezigheid van fantoomvoeding, dat staat los van de microfoonpreamp en is voor sommige microfoons noodzakelijk! Doorgaans gebruiken microfoons XLR connectors
- Instrumentingangen
Deze ingangen hebben meestal een ongebalanceerde jack-connector en een hoge impedantie. Daarmee zijn ze uitstekend geschikt voor de aansluiting van elektrische gitaren en bassen.
- Phono-ingangen
Voldoen aan de niveau- en EQ-eisen die voor een platenspeler noodzakelijk zijn.
- Koptelefoonuitgangen (Phones)
Meestal stereo-Jack of stereo-MiniJack aansluitingen met een hogere impedantie. Speciaal bedoeld om koptelefoons aan te sluiten zonder de noodzaak voor een aparte versterker.
- Inserts
Deze poorten gebruiken een Stereo jackaansluiting, waarbij de tip dient als uitgang en de ring als ingang. Het idee is dat hier externe effectprocessors op aangesloten worden.
De meeste interfaces hebben de gebruikelijke analoge aansluitingen aanboord. Ze wijken meer af in het aantal connectors dan in het soort connectors. Vaak is S/PDIF en MIDI ook aanwezig. Wordclock en ADAT zijn vooral aanwezig in de duurdere modellen.
In het hogere marktsegment worden interfaces meer gespecialiseerd. Sommige interfaces hebben bijvoorbeeld complete effectenprocessors aan boord, die los van de computer en zonder latency opereren. En interne mixers bieden allerlei mogelijkheden om de diverse in- en outputs op creatieve wijze aan elkaar te knopen, handig in complexere studio’s of livesituaties.
The M-Audio Fast Track Pro met S/PDIF, MIDI, 2 microfoon/instrument inputs en inserts
Deze audio interface heeft 8 mic inputs met fantoomvoeding en meerdere digitale aansluitmogelijkheden
